top of page
Elke fiscaal advocaat van KanPiek Fiscale Advocatuur Amsterdam publiceert regelmatig in de fiscale vakliteratuur over fiscale aansprakelijkheid, BTW carrouselfraude, fiscale boete, boekenonderzoek, FIOD inval, informatieplicht, invordering en verzet

Publicaties Fiscale Vakliteratuur 2013 en ouder

De exclusieve werking van het fiscale verjaringsregime

 
door F.A. Piek en A.A. Kan, fiscaal advocaten
 
In art. 4:124 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna:Awb) is het zogeheten 'open systeem' van invorderingsmaatregelen neergelegd. Het open systeem houdt in dat de ontvanger naast zijn bijzondere aan de Invorderingswet 1990 (hierna: IW 1990) ontleende bevoegdheden, ook beschikt over de (civiele) bevoegdheden die een schuldeiser heeft op grond van enige andere wettelijke bepaling. In dit artikel behandelen wij de vraag of de ontvanger bij de uitoefening van zijn wettelijke taak een beroep kan doen op het civiele verjaringsregime, als op grond van het fiscale verjaringsregime de verjaring reeds is ingetreden.

Over de oplettend koopman, diens wetenschap en zorgvuldigheid 

 
door M. Lambregts, fiscaal advocaat
 
In de Europese jurisprudentie met betrekking tot btw-carrousellfraude is een criterium tot ontwikkeling gekomen waarmee men de bonafide ondernemers in een handelsketen van de fraudeurs tracht te onderscheiden; het Kittel-criterium. Beslissend daarbij zijn wetenschap van fraude en de vraag of een ondernemer voldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen om betrokkenheid bij fraude te voorkomen.

Heffingssysteem IB en SW gaat op de schop

 
door A.A. Kan en I.R.J. Thijssen, fiscaal advocaten
 
Op 2 september 2013 heeft het ministerie van Financiën het wetsvoorstel ‘Wet vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst’ ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel voorziet in een nieuw heffingssysteem voor aanslagbelastingen. Dit nieuwe systeem gaat vooralsnog alleen gelden voor de inkomsten-, erf- en schenkbelasting. Verder wordt in dit wetsvoorstel een grondslag gegeven aan het elektronisch berichtenverkeer van en met de Belastingdienst. In deze bijdrage zetten we de belangrijkste wijzigingen uiteen die het nieuwe heffingssysteem met zich mee zal brengen, als het in ongewijzigde vorm wordt aangenome.

De nieuwe regels voor navordering

 
door A.A. Kan en I.R.J. Thijssen, fiscaal advocaten 

 

Op 2 september 2013 heeft de staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel ‘Wet vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst’ ingediend bij de Tweede Kamer. Een belangrijk onderdeel binnen dit kader is dat de navorderingsbevoegdheid van de inspecteur aanzienlijk wordt verruimd. Een wijziging die direct in werking treedt en daarom bijzondere aandacht verdient. In dit artikel bespreken Igor Thijssen en Arthur Kan in vogelvlucht de voorgestelde regels voor navordering en voorzien zij die van enige kanttekeningen.

De (on)mogelijkheid van interne compensatie door de ontvanger

 
door F.A. Piek en A.A. Kan, fiscaal advocaten
 
Interne compensatie is bij uitstek een inspecteursbevoegdheid. Desondanks blijkt de ontvanger zich in de aansprakelijkstellingspraktijk met enige regelmaat op interne compensatie te beroepen. Dit als gevolg van het feit dat onder het aansprakelijkheidsrecht zoals dat per 30 november 2002 is ingevoerd de ontvanger niet alleen de bezwaren tegen de aansprakelijkstelling, maar ook de bezwaren tegen de onderliggende aanslagen dient te beoordelen. Voordien werd de hoogte van de aansprakelijkstelling bestreden door middel van een bezwaarschrift tegen de onderliggende aanslag, in te dienen bij de betreffende inspecteur. De ontvanger heeft dus, anders dan voorheen, regelmatig een uitermate heffingstechnische discussie te voeren.

De bewijslast ten aanzien van het Kittel-criterium

 
door F.A. Piek en A.A. Kan, fiscaal advocaten
 
Omzetbelasting (BTW) is reeds geruime tijd een belangrijke inkomstenbron voor de Nederlandse overheid en vindt thans zijn oorsprong in het gemeenschappelijk BTW-stelsel van de EU-lidstaten. Als gevolg van het ontbreken van een vereist verband tussen het recht op aftrek voor de afnemer en de betaling van de betreffende BTW door de leverancier, heeft het BTW-stelsel een grote aantrekkingskracht op fraudeurs. Recentelijk heeft de Staatssecretaris van Financiën een besluit uitgevaardigd waarin wordt goedgekeurd dat leveranciers, in afwijking van de BTW-richtlijn en ter bestrijding van BTW-(carrousel)fraude, de verleggingsregeling kunnen toepassen bij leveringen van bepaalde elektronica. Met ingang van 1 april 2013 is deze verleggingsregeling zelfs verplicht gesteld. Ook op Europees niveau staat de bestrijding van BTW-(carrousel)fraude hoog op de politieke agenda en passeren regelmatig voorstellen de revue om BTW-(carrousel)fraude (adequater) tegen te gaan.

Kroniek Invorderingsrecht 2013

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In deze Kroniek besteed ik aandacht aan enkele bestuurdersaansprakelijkheidsaspecten en met name aan de bewijslast inzake de betalingsonmacht en de melding daarvan, sinds de verduidelijking van de Hoge Raad dat er meer is tussen ‘betalen of melden’. Tevens is er aandacht voor de bevestiging van de lijn van de Hoge Raad uit 1997, dat het toestemmingsvereiste voor het aanvragen van faillissement niet constitutief is voor het uitspreken van een door de ontvanger aangevraagd faillissement en tot slot volgt een bespreking van een kortgedingvonnis in het licht van het negeren van de wettelijke schorsende werking van het verzet door staatssecretaris en ontvanger.

Ontvanger mag executie niet door laten gaan na aangetekend verzet

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In de situatie dat een belastingschuldige het fiscale water aan de lippen staat omdat de ontvanger op het punt staat de beslagen inboedel of bedrijfsinventaris openbaar te verkopen, is er nog een laatste redmiddel: artikel 17 Invorderingswet.

Kroniek Invorderingsrecht 2012

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In het afgelopen kroniekjaar heeft de Hoge Raad ‘verduidelijkt’ dat de uit hoofde van onrechtmatige daad door de ontvanger aangesprokene dezelfde rechtsbescherming verdient bij de materiële rechtmatigheidstoets van de belastingschuld, als de uit hoofde van de fiscale aansprakelijkheidsbepalingen aangesprokene. De sinds 1996 ingezette ontwikkeling in de jurisprudentie over toepassing van de actie uit onrechtmatige daad door de ontvanger op grond van het ‘open systeem’ kristalliseert aldus steeds verder uit. Daarnaast besteed ik in deze kroniekbijdrage aandacht aan twee rechtbankuitspraken die wellicht het begin vormen van interessante ontwikkelingen in de jurisprudentie over de schorsende werking van het verzet en de versnelde invorderingsbevoegdheden van de ontvanger.

Kroniek Invorderingsrecht 2011

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In het afgelopen kroniekjaar heeft de Hoge Raad een aantal voorliggende knopen doorgehakt inzake de meldingsregeling van de bestuurdersaansprakelijkheidsregeling en de disproportionaliteit van de invorderingskosten; de ontvanger kan opgelucht ademhalen. Naast deze twee uitspraken heeft de Hoge Raad een eerder arrest uit 1994 inzake betalingsonmacht nader toegelicht; de daarin door menigeen gelezen regel blijkt daarin niet vervat te zijn geweest. De staatssecretaris wordt, ten slotte, de oren gewassen door de Nationale ombudsman ter zake van het bij wege van beleid negeren van de wettelijk voorgeschreven schorsende werking van het verzet ex art. 17 Invorderingswet 1990 (hierna: IW 1990). Kortom, voor ieder wat wils.

Bestuurdersaansprakelijkheid en het onweerlegbaar bewijsvermoeden

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In recente uitspraken heeft de Hoge Raad wettelijke bewijsuitsluitingen strijdig geoordeeld met het recht op ongestoord genot van eigendom, als gegarandeerd in artikel 1 Eerste Protocol EVRM (Europees Verdrag Rechten van de Mens). De reeds jaren breed bekritiseerde tegenbewijsuitsluiting in het kader van de meldingsregeling bij bestuurdersaansprakelijkheid – en het daaruit voortvloeiende onweerlegbare bewijsvermoeden – ligt op dit moment ter beoordeling bij de Hoge Raad. Gaat ook deze bewijsuitsluiting (eindelijk) op de schop?

Kroniek Invorderingsrecht 2010

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
De recente jurisprudentiële ontwikkelingen hebben aanleiding gegeven deze kroniekbijdrage hoofdzakelijk te doen handelen over vervolgingskosten en verweeruitsluitingen. Vervolgingskosten, omdat blijkens de toename aan kostenprocedures de disproportionele kostenberekening op weinig maatschappelijke acceptatie mag rekenen. Verweeruitsluiting, met name voor wat betreft het onweerlegbaar bewijsvermoeden van art. 36, lid 4, Invorderingswet 1990 (hierna: IW 1990), wat blijkens de literatuur ook velen een doorn in het oog is. Daarnaast bespreek ik kort(er) twee uitspraken inzake verjaring en gijzeling.

Kroniek Invorderingsrecht 2009

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
Onderstaande kroniekbijdrage gaat voor het grootste deel over de mogelijke consequenties van de recente belangwekkende uitspraak van de Hoge Raad inzake de verweeruitsluiting van art. 7, lid 2 Kostenwet voor het in rekening brengen van vervolgingskosten en vergelijkbare uitsluitingen. Tussen die bedrijven door worden tevens enkele actuele ontwikkelingen aangestipt.

Kroniek Invorderingsrecht 2008

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
Hoewel de tijdspanne tussen de vorige kroniek invorderingsrecht en de huidige wellicht anders doet vermoeden, moge uit de omvang van het onderstaande blijken dat de ontwikkelingen op invorderingsgebied geenszins stilstaan. Hoewel de staatssecretaris reparatie van één van die ontwikkelingen aan de Tweede Kamer presenteert als ‘efficiencymaatregel’, betekent dat bovendien geenszins dat de ontwikkelingen op invorderingsgebied niet belangwekkend zijn. De frictie tussen de Invorderingswet 1990 en het civiele recht uit hoofde van het zogeheten ‘open systeem’ blijft voor interessante uitspraken zorgen en houdt het invorderingsrecht uitermate dynamisch.
bottom of page