top of page

Publicaties Fiscale Vakliteratuur 2017 en ouder

Verval van de schorsende werking van het fiscaal verzet

 
 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

De ontvanger heeft de vérgaande bevoegdheid om zelf, zonder enige rechterlijke toetsing van zijn vordering, een executoriale titel uit te vaardigen en ten uitvoer te leggen. Zelfs als de aanslag bestreden wordt bij de fiscale rechter en niet onherroepelijk vast staat. Om hieraan tegenwicht te bieden is in artikel 17 Invorderingswet 1990 de mogelijkheid geopend verzet aan te tekenen tegen de tenuitvoerlegging van dwangbevelen. 

Het einde van fiscale aansprakelijkheid voor invorderingsrente

 

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

Op grond van art. 32, lid 2 IW 1990 kan de Ontvanger derden ook aansprakelijk stellen voor andermans heffings- en invorderingsrente, kosten en boetes voor zover het belopen daarvan door de belastingschuldige te wijten is aan de aansprakelijk gestelde. De Ontvanger heeft ter zake van die verwijtbaarheid de bewijslast.

HR: geen boete meer mogelijk na ontbinding

 

 
door A.A. Kan, fiscaal advocaat
 

Als voor derden kenbaar is dat een rechtspersoon of gelijkgestelde entiteit is ontbonden, kan de inspecteur geen bestuurlijke boete meer opleggen aan de ontbonden vof. Mr. Arthur Kan geeft zijn reactie.

De dubbele moraal in het belasting(straf)recht 

 

 
door M. Lambregts, fiscaal advocaat
 

Niet eerder stond het onderscheid tussen belastingontwijking en belastingontduiking zozeer in het brandpunt van de publieke belangstelling als nu. BNN-VARA wijdde er recent zelfs een meerdelig programma aan, ‘Jan de Belastingman'. Daarin deed demissionair Staatssecretaris Wiebes een beroep op het "zelf-ethisch vermogen" van belastingplichtigen; die moeten niet telkens

de mazen van de wet opzoeken. Dit moreel appel is opmerkelijk aangezien de heffende en bestraffende overheid zelf – als het zo uitkomt – een dubbele moraal hanteert.

Nieuwe invorderingsmaatregelen tegen belastingontduiking reiken te ver

 

 
door A.A. Kan, fiscaal advocaat
 

De vier nieuwe invorderingsmaatregelen uit het conceptwetsvoorstel Wet aanpak belastingontduiking reiken ver. Deze zijn voor-namelijk bedoeld ter bestrijding van internationale verhaalsconstructies maar het bereik is veel groter, waardoor de maatregelen ook zien op binnenlandse situaties. "Dat knelt op bepaalde punten behoorlijk", vindt fiscaal advocaat Arthur Kan van KanPiek Fiscale Advocatuur.

Van een 'zeer gering financieel belang' in het kader van immateriële 

schadevergoeding is geen sprake indien dat belang meer beloopt dan € 15

 

 
door M. Lambregts, fiscaal advocaat
 

De waarde van belanghebbendes woning voor het tijdvak 2010 is bij WOZ-beschikking vastgesteld op € 295.000. Uitgaande van die waarde is tegelijk met de WOZ-beschikking een aanslag onroerendezaakbelasting over 2010 opgelegd. Na tegen de beschikking en de aanslag bezwaar gemaakt te hebben, heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift verenigde uitspraken de WOZ-waarde bijgesteld naar € 268.000 en de aanslag dienovereenkomstig verminderd.

Kan een fiscale boete worden opgelegd aan een niet meer bestaande rechtspersoon?

 

 
door A.A. Kan, fiscaal advocaat
 

Advocaat-Generaal IJzerman betoogt in een op 12 mei 2017 gepubliceerde conclusie dat de omstandigheid dat een vennootschap is ontbonden niet betekent dat aan die vennootschap niet langer een vergrijpboete kan worden opgelegd. Een rechtsopvatting waar de meningen over verdeeld zijn.

Inspecteur kan niet volstaan met enkele verwijzing naar belanghebbendes 

ingetrokken verklaring ten bewijze van btw-ondernemerschap

 

 
door M. Lambregts, fiscaal advocaat
 

Sinds medio 2002 vormen een BV en haar directeur-grootaandeelhouder (dga) een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Deze fiscale eenheid is belanghebbende in deze zaak. In 2004 wordt aan de dga een pand geleverd, belanghebbende trekt de ter zake in rekening gebrachte omzetbelasting af. De dga is het pand gaan gebruiken als woning, de daarin gesitueerde werkruimte gebruikt hij voor zijn werkzaamheden als directeur van de BV.

Bestuurder had geen keuze bij aflossing banklening voor betaling belastingschulden

 

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

Er kan alleen sprake zijn van kennelijk onbehoorlijk bestuur als de bestuurder in staat is om de gewraakte bestuurshandelingen achterwege te laten. Na melding van betalingsonmacht van de B.V., hoeft een bestuurder de Ontvanger niet te informeren over de handelswijze van de bank die leidde tot aflossing van het krediet met voorrang. Mr. Ferry Piek geeft zijn reactie.

Kroniek Invorderingsrecht 2017

 

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

In deze Kroniek besteed ik kort aandacht aan de jurisprudentiële ontwikkelingen op het gebied van het aansprakelijkheidsrecht, waarbij de Hoge Raad uitgezette lijnen verder doortrekt en vaste jurisprudentie bevestigt. Wat langer sta ik stil bij de recente ontwikkelingen op het gebied van lijfsdwang en dwangsom, met name bij de vraag of als er sprake is van een strafkarakter dat een, alsdan tweede, strafvervolging ter zake van het zelfde feit uitsluit. Ten slotte ga ik uitgebreid in op de aangekondigde verbeteringvan de rechtsbescherming in uitsteldiscussies en de voorstellen van de staatssecretaris totconstructiebestrijding in de invordering.

Stelplicht en bewijslast dat niet afgedragen loonheffing anders dan door inhouding is genoten, rusten op de inspecteur

 

 
door M. Lambregts, fiscaal advocaat
 

Belanghebbende is directeur, (middellijk) enig aandeelhouder en enig werknemer van A BV. Het overeengekomen bruto jaarloon

van belanghebbende bedroeg in de jaren 2006 tot en met 2010 € 99.000. In zijn aangiften inkomstenbelasting met betrekking tot diezelfde jaren voert belanghebbende steeds bedragen aan ingehouden en te verrekenen loonbelasting op. A BV heeft evenwel geen loonbelasting afgedragen en had ook niet het oogmerk tot afdracht.

Belastingplan 2017: Uitbreiding rechtsbescherming invorderingswet

 

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

In het Belastingplan 2017 worden een aantal fundamentele wijzigingen voorgesteld ter vereenvoudiging en stroomlijning van het bestaande invorderingssysteem. De belangrijkste wijzigingen zijn ingegeven door de wens problematische schulden zo veel als mogelijk te voorkomen en zien aldus met name op aanpassing van het uitstel- en kwijtscheldingsbeleid voor particulieren. De uitbreiding van de rechtsbescherming door uitstelbeschikkingen van de Ontvanger voor bezwaar vatbaar te maken ziet evenwel

ook op ondernemers en is daarmee een voor de invorderingspraktijk belangwekkende wijziging. 

Weekers dupeert bonafide ondernemers bij bestrijden van belastingfraude

 

 
door M. Lambregts, fiscaal advocaat
 

Wetsvoorstel pakt fraudeurs niet harder aan, maar biedt hun kans strafvervolging te ontlopen.

Het instellen van rechtsmiddelen bij een belastingschuld van een niet meer bestaande rechtspersoon

 

 
door A.A. Kan, fiscaal advocaat
 

Als de tijd daar is, komt ook aan het bestaan van een rechtspersoon een einde. Een rechtspersoon kan ophouden te bestaan

door ontbinding, fusie of splitsing. In de fiscale praktijk komt het regelmatig voor dat de inspecteur een aanslag vaststelt nadat de belastingplichtige rechtspersoon is opgehouden te bestaan is. Het aanslagbiljet wordt dan aan de vereffenaar of voormalig bestuurder van de geliquideerde rechtspersoon toegezonden.

Geen opschorting bezwaarbeslistermijn ondanks weigering informatie te verschaffen

 

 
door M. Lambregts, fiscaal advocaat
 

Naar aanleiding van door een anonieme tipgever verstrekte informatie heeft de inspecteur belanghebbende grond van art. 47 AWR verzocht opgave te doen van niet eerder opgegeven buitenlandse bankrekeningen. Daarop verstrekt belanghebbende slechts mondjesmaat informatie waarna de inspecteur over de jaren 2001 t/m 2009 navorderingsaanslagen oplegt inclusief vergrijpboeten en heffingsrente.

Kan de belastingadviseur inkeren?

 

 
door A.A. Kan, fiscaal advocaat
 

Als de adviseur de inkeer van zijn cliënt bevordert, kan ook de adviseur het risico op strafvervolging van zijn eigen handelen beperken. Een rechtsgeldig beroep op de inkeerregeling sluit strafvervolging van een reeds voltooid fiscaal delict uit. Dit betekent

dat niet kan worden vervolgd voor belastingfraude als de belastingplichtige alsnog openheid van zaken geeft voordat hij weet of behoort te weten dat de Belastingdienst hem op het spoor is.

Geld in oude sok is geen belastingfraude

 

 
door M. Lambregts, fiscaal advocaat
 

Zwart geld gratis witwassen is wellicht binnenkort mogelijk via de Belastingdienst. In een oude sok, in een krokodillenkooi of - zoals Pablo Escobar dat deed - in het bankstel van moederlief; wie contant geld te verbergen heeft, vindt altijd wel een plekje.

Kroniek Invorderingsrecht 2016

 

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

In deze Kroniek besteed ik aandacht aan de jurisprudentiële ontwikkelingen op het terrein van de aansprakelijkheden in het afgelopen Kroniekjaar. Zo is het Unierechtelijk verdedigingsbeginsel van toepassing gebleken, blijkt art. 40 Invorderingswet 1990 (hierna: IW 1990) niet alleen op natuurlijke personen te zien en wordt het hoog tijd de meldingsregeling te updaten naar de huidige stand van de automatisering van de ontvanger. Daarnaast aandacht voor de door de staatssecretaris noodzakelijk geachte uitbreiding van de mogelijkheid voor de ontvanger lijfsdwang toe te passen en de bevestiging van de wettelijke schorsende werking van het verzet ex art. 17 IW 1990. Kortom, never a dull moment.

De meldplicht van de accountant bij een btw-schuld

 

door A.A. Kan, fiscaal advocaat
 

Bij het opmaken van de jaarrekening blijkt geregeld dat de cliënt nog btw moet voldoen. Hoe dient de accountant daar anno 2016 mee om te gaan? 

Hard bewijs nodig voor tijdige verzending aanslagbiljet

 

door mr. M. Bajadjan, paralegal
 

In de loop der jaren zijn de nodige uitspraken gedaan over de vraag wanneer een belastingaanslag tijdig is vastgesteld. Inmiddels is duidelijk dat een belastingaanslag niet binnen de aanslagtermijn is vastgesteld als de aanslag niet binnen die termijn aan het juiste adres van de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger is toegezonden. De tijdige dagtekening van het aanslagbiljet doet hieraan niet af. Het is dus van belang dat de inspecteur kan bewijzen dat het aanslagbiljet daadwerkelijk voor het einde van de aanslagtermijn ter post is bezorgd. Hoe ver reikt die bewijslast in de praktijk? Hof Arnhem-Leeuwarden heeft in dat kader een belangwekkende uitspraak gedaan.

De meldingsregeling fiscale bestuurdersaansprakelijkheid in de 21e eeuw

 

door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

In de jaren '80 van de vorige eeuw is de fiscale bestuurdersaansprakelijkheid als tweede anti-misbruikwet ingevoerd. Het doel van deze aansprakelijkheid was het aanpakken van evidente wanbestuurders. Desalniettemin moeten ook (of zelfs met name) niet-wanbestuurders beducht zijn voor deze vérgaande aansprakelijkheid, omdat het niet, niet tijdig of anderszins niet rechtsgeldig melden van betalingsonmacht voldoende wordt geacht voor persoonlijke aansprakelijkheid. Op grond van de meldingsregeling

geldt dan namelijk het uiterst moeilijk weerlegbare bewijsvermoeden dat sprake is van verwijtbaar kennelijk onbehoorlijk bestuur.

Verschoningsrecht advocaat beschermt accountant nauwelijks

 

door A.A. Kan, fiscaal advocaat
 

Kan de accountant die door een advocaat is ingeschakeld een beroep doen op het verschoningsrecht dat zijn opdrachtgever heeft? Recente rechtspraak wijst daar niet op.

Opheffing schorsende werking fiscaal verzet voorbehouden aan rechter

 

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

Het laatste redmiddel om een executieverkoop door de ontvanger te voorkomen, is fiscaal verzet op groond van artikel 17 Invorderingswet 1990. Hieraan verbindt de wet schorsende werking, zodat de executieverkoop voorlopig van de baan is.

'Omringd met kundige adviseurs' 

 

door M. Lambregts, fiscaal advocaat
 

In de praktijk stemmen de afspraken tussen huurder en verhuurder zoals die zijn vastgelegd in een huurcontract, niet altijd of niet meer overeen met de feitelijke huursituatie. Bijvoorbeeld als een woning aan een groep bewoners wordt verhuurd, waarbij slechts één van de bewoners als huurder staat vermeld in het huurcontract, terwijl het voor alle betrokkenen duidelijk is dat de woning ook aan de overige bewoners wordt verhuurd.

Verticaal toezicht anno 2015: de adviseur in de spotlight

 

door A.A. Kan, fiscaal advocaat
 

In de strijd tegen belastingontduiking, belastingfraude en schadelijke belastingcompetitie volgen de (voorgestelde) toezichtmaatregelen elkaar in indrukwekkend tempo op. Denk aan de automatische uitwisseling van bankgegevens en rulings, de implementatie van de ‘Common Reporting Standard’ en de documentatieverplichting voor multinationale ondernemingen. Door deze mondiale ontwikkelingen beschikt de Belastingdienst over een toenemende hoeveelheid aan controle-informatie. 

Belastingplan 2016: uitbreiding experimenteerbepaling naar de invordering

 
 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

Om tot een ingrijpende vereenvoudiging en stroomlijning van het verkeer tussen belastingschuldigen en de belastingdienst te kunnen komen, dient ook de formele wetgeving op het terrein van de invordering te worden aangepast. Omdat de staatssecretaris kennelijk geen idee heeft welke aanpassingen daartoe benodigd zijn, wordt een wettelijke basis gecreëerd om in de praktijk verschillende opties uit te kunnen testen: de experimenteerbepaling.

Fiscale bestuurdersaansprakelijkheid niet bedoeld om lakse ontvanger tegemoet te komen 

 
 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

In verband met de zware bewijslast vindt fiscale aansprakelijkstelling van bestuurders doorgaans slechts plaats als de betalingsonmacht niet (tijdig) of anderszins niet rechtsgeldig is gemeld. Dan geldt namelijk het in de praktijk nagenoeg onweerlegbare bewijsvermoeden dat sprake is van verwijtbaar kennelijk onbehoorlijk bestuur.

Geen definitief oordeel over 'wilsafhankelijke' informatie

 
door A.A. Kan, fiscaal advocaat
 

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) laat de Nederlandse praktijk rond het afdwingen van informatieverstrekking aan de Belastingdienst (vooralsnog) ongemoeid. De kernvraag wanneer informatie precies 'wilsafhankelijk' is, blijft onbeantwoord.t al dan niet welslagen van zo’n civiele vordering van de Ontvanger. Het gaat uiteindelijk toch om invordering van rijksbelastingen.

Geen aanslag, geen schade

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

Op grond van het zogeheten ‘open systeem’ van artikel 4:124 Awb heeft de Ontvanger naast zijn specifieke fiscale bevoegdheden uit hoofde van de Invorderingswet ook alle bevoegdheden die een normale crediteur uit hoofde van het civiele recht heeft. Een dergelijke vordering van de ontvanger is civiel van aard en wordt dan ook door de civiele rechter beoordeeld. Toch kunnen bepalingen uit het formele belastingrecht van doorslaggevend belang zijn voor het al dan niet welslagen van zo’n civiele vordering van de Ontvanger. Het gaat uiteindelijk toch om invordering van rijksbelastingen.

Aanval van fiscus op Airbnb: vrees niet

 
door Lambregts, fiscaal advocaat
 

'Fiscus opent aanval op Airbnb’, kopte Het Financieele Dagblad van 12 juni. De fiscus heeft het gemunt op verhuurders die hun woning via Airbnb verhuren zonder dat zij de huuropbrengsten opgeven in hun aangifte inkomstenbelasting. De vraag rijst of Airbnb-verhuurders zich op de een of andere manier kunnen verdedigen tegen het dreigende fiscale geweld.

De toerekening van fiscale missers aan de rechtspersoon

 
door A.A. Kan, fiscaal advocaat
 

Het strafrecht heeft een toenemende invloed op de reikwijdte van het fiscale boeterecht. Die ontwikkeling gaat niet zo ver dat de strafrechtelijke regels en beginselen onverkort van toepassing zijn op een fiscale (vergrijp)boete. Wel zoekt de Belastingkamer van de Hoge Raad aansluiting bij het strafrecht voor de uitleg van het punitieve bestuursrecht. Het streven naar rechtseenheid is recentelijk benadrukt in een uitspraak van de Hoge Raad over de fiscaal boeterechtelijke aansprakelijkheid van de rechtspersoon.

Fiscale aansprakelijkheid voor rente, kosten en boeten 

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

Op grond van art. 32, lid 2 IW 1990 kan de Ontvanger derden ook aansprakelijk stellen voor andermans heffings- en invorderingsrente, kosten en boetes voor zover het belopen daarvan door de belastingschuldige te wijten is aan de aansprakelijk gestelde. De Ontvanger heeft de bewijslast als het gaat om die verwijtbaarheid. 

Alleen rechter kan schorsende werking fiscaal verzet opheffen 

 

door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

Als het fiscale water aan de lippen staat omdat de ontvanger op het punt staat de beslagen inboedel of bedrijfsinventaris openbaar te verkopen, is er nog een laatste redmiddel: verzet op grond van artikel 17 Invorderingswet. 

Kroniek Invorderingsrecht 2015

 

door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

In deze Kroniek besteed ik aandacht aan recente ontwikkelingen op het terrein van de aansprakelijkheden, waaronder het verder uitkristalliseren van de reikwijdte van het gewijzigde art. 40 Invorderingswet 1990 (hierna: IW 1990), het belang van persoonlijke verwijtbaarheid voor de tegenbewijsuitsluiting bij bestuurdersaansprakelijkheid en de ‘mogelijkheid’ van interne compensatie door de ontvanger. Daarnaast aandacht voor het ‘open systeem’ van de ontvanger en de gevolgen daarvan voor

de rechtsbescherming.

Geconcentreerd verweer in kort geding

 

 

door M. Lambregts, fiscaal advocaat
 

Abraham Hartogh introduceerde eind negentiende eeuw de concentratie van verweer. Een relatief nieuwe wetswijziging maakt deze regel relevant in kort geding.

De belastingadviseur als onbezoldigd controleambtenaar?

 

 

door A.A. Kan, fiscaal advocaat
 

Fiscaal advocaten zijn over het algemeen zeer bedreven in het bang maken van belastingadviseurs. Allerhande boete- en strafrechtelijke risico’s liggen bij fiscale advieswerkzaamheden op de loer en in tijden waarin het kabinet fraudebestrijding hoog op de politieke agenda heeft staan, nemen die risico’s alleen maar toe, zo luidt het cliché. 

Uitstel van betaling en aansprakelijkstelling

 

 

door A.A. Kan, fiscaal advocaat 
 

Als de ontvanger van de Belastingdienst onzorgvuldig uitstel van betaling heeft verleend aan de belastingschuldige, beperkt dat zijn mogelijkheden om achteraf iemand anders aansprakelijk te stellen voor de onbetaald gebleven belastingen. 

De fiscale boetegrondslag bij omkering en verzwaring van de bewijslast 

 

 

door A.A. Kan en M. Lambregts, fiscaal advocaten
 
In het fiscale boeterecht wordt wel aangenomen dat de berekeningsgrondslag voor een fiscale boete (de boetegrondslag) gelijk is aan de belastingschuld, óók als de hoogte van de belastingschuld is vastkomen te staan met toepassing van omkering en verzwaring van de bewijslast.

BTW-fraude: zorgvuldige ondernemer beschermd 

 

 

door A.A. Kan, fiscaal advocaat
 
Alleen het feit dat verschuldigde btw ergens in de handelsketen niet wordt betaald, betekent volgens het Europese Hof van Justitie niet dat het recht op vooraftrek of de toepassing van het nultarief mag worden geweigerd 

Zorgvuldigheidsbeginsel beperkt keuze Ontvanger niet

 

 

door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

De Nationale Ombudsman oordeelde in 1998 reeds dat als de Ontvanger de mogelijkheid heeft om iemand op grond van meerdere aansprakelijkheidsbepalingen aansprakelijk te stellen, hij dient te kiezen voor díe regeling die uit een oogpunt van rechts-bescherming het meest gunstig is voor de aansprakelijke.

Duidelijkheid over termijn opleggen fiscale boete aan een ander dan de belastingplichtige

 

 

door A.A. Kan, fiscaal advocaat
 

In het algemeen dient de inspecteur een fiscale boete gelijktijdig met de daarmee samenhangende belastingaanslag vast te stellen. De aanslagtermijn bepaalt in dat geval dus tot wanneer de fiscale boete uiterlijk kan worden opgelegd.

Iets minder onredelijk

 

 

door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 

De toepassing van bestuurdersaansprakelijkheid is zijn doel voorbijgeschoten, met name rond het niet tijdig of rechtsgeldig melden van betalingsonmacht. In die gevallen konden bestuurders zich niet of nauwelijks verweren tegen de aantijging van onbehoorlijk bestuur. De Hoge Raad bracht daarin verandering.

Zorgvuldigheidsbeginsel beperkt ontvanger niet 

 

 

door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In 1998 oordeelde de Nationale Ombudsman dat als de ontvanger de mogelijkheid heeft om iemand op grond van meerdere aansprakelijkheidsbepalingen aansprakelijk te stellen, hij dient te kiezen voor die regeling die uit een oogpunt van rechtsbescherming het gunstigste is voor de aansprakelijke. De Hoge Raad maakte recent evenwel duidelijk dat dit niet in
zijn algemeenheid geldt.

Verzamelwoede fiscus kan botsen met privacy

 

 
door A.A. Kan, fiscaal advocaat
 
Burger heeft er recht op te weten onder welke omstandigheden zijn recht op persoonlijke levenssfeer mag worden ingeperkt.

Wanneer is belastingaanslag tijdig vastgesteld?

 

 

door A.A. Kan, fiscaal advocaat
 
Als een aanslagbiljet wel binnen de geldende termijn is opgemaakt, maar niet binnen die termijn op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt, is een belastingaanslag vernietigbaar. Dat wordt bevestigd in een recent arrest van de Hoge Raad.

Risicoaansprakelijkheid of schuldaansprakelijkheid?

 

 

door A.A. Kan, fiscaal advocaat 
 
Bij fiscale aansprakelijkheidsbepalingen wordt steeds vaker de bewijslast bij de (potentieel) aansprakelijke gelegd: voor disculpatie van aansprakelijkheid moet hij bewijzen dat het niet zijn schuld is dat belasting onbetaald is gebleven. Dit betekent echter niet dat deze bepalingen zonder meer als risicoaansprakelijkheid kwalificeren.

Actualiteit formeel belastingrecht

 

 

door A.A. Kan en I.R.J. Thijssen, fiscaal advocaten
 
Recente ontwikkelingen op het gebied van het formele belastingrecht: de termijn waarbinnen een belastingaanslag moet zijn vastgesteld, de navorderingsbevoegdheid van de inspecteur bij afwezigheid van een nieuw feit en het spanningsveld tussen de verplichting informatie te verstrekken ten behoeve van de belastingheffing en het recht niet mee te werken aan zelfincriminatie. Daarnaast is er aandacht voor de meldingsregeling bestuurdersaansprakelijkheid.

De afnemer voor de btw volgens de ‘tuchtrechter’

 
door M. Lambregts, fiscaal advocaat
 
De vraag wie afnemer is van een prestatie voor de btw is weliswaar niet zo oud als de weg naar Rome, maar heeft in het verleden al de nodige pennen in beweging gebracht en een enkeling zelfs aangezet tot het schrijven van een heuse parabel (Lamers, WFR 2004/1833). Recent is deze vraag opnieuw en volop in de belangstelling komen te staan nadat de tuchtrechter van de Orde van Advocaten op 2 december 2013 een advocaat berispte die de declaratie voor diensten verricht aan een werkneemster in een arbeidsgeschilten op naam stelde van de werkgever (Hof van Discipline, 2 december 2013, nr. 6712.). In deze bijdrage wordt onderzocht hoe dit oordeel van de tuchtrechter zich verhoudt tot de btw-rechtspraak met betrekking tot het afnemerschap.

Hoe zit het ook alweer met factureren en btw?

 
door M. Lambregts, fiscaal advocaat
 
De recente tuchtuitspraak over advocaatkosten van een werknemer die zijn werkgever vergoedde, deed veel stof opwaaien. Wat zijn de fiscale regels waar advocaten op dienen te letten bij het opstellen van hun declaraties.

Kroniek Invorderingsrecht 2014

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In deze Kroniek besteed ik aandacht aan twee aansprakelijkheidsaspecten die in de praktijk niet altijd de aandacht krijgen die ze verdienen: de bewijslast van de ontvanger inzake de verwijtbaarheid van het belopen van rente, kosten en boetes en het hangende een aansprakelijkstellingsprocedure intern compenseren om de onderliggende aanslagen overeind te kunnen houden. Daarnaast aandacht voor wat verjaringsperikelen met als afsluiting bespreking van de streep die Hof Arnhem vooralsnog gezet lijkt te hebben door de jurisprudentiële ontwikkelingen ter zake van het negeren van de wettelijke schorsende werking van het verzet door staatssecretaris en ontvanger.

Over de oplettend koopman, diens wetenschap en zorgvuldigheid 

 
door M. Lambregts, fiscaal advocaat
 
In de Europese jurisprudentie met betrekking tot btw-carrousellfraude is een criterium tot ontwikkeling gekomen waarmee men de bonafide ondernemers in een handelsketen van de fraudeurs tracht te onderscheiden; het Kittel-criterium. Beslissend daarbij zijn wetenschap van fraude en de vraag of een ondernemer voldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen om betrokkenheid bij fraude te voorkomen.

Heffingssysteem IB en SW gaat op de schop

 
door A.A. Kan en I.R.J. Thijssen, fiscaal advocaten
 
Op 2 september 2013 heeft het ministerie van Financiën het wetsvoorstel ‘Wet vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst’ ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel voorziet in een nieuw heffingssysteem voor aanslagbelastingen. Dit nieuwe systeem gaat vooralsnog alleen gelden voor de inkomsten-, erf- en schenkbelasting. Verder wordt in dit wetsvoorstel een grondslag gegeven aan het elektronisch berichtenverkeer van en met de Belastingdienst. In deze bijdrage zetten we de belangrijkste wijzigingen uiteen die het nieuwe heffingssysteem met zich mee zal brengen, als het in ongewijzigde vorm wordt aangenome.

De nieuwe regels voor navordering

 
door A.A. Kan en I.R.J. Thijssen, fiscaal advocaten 

 

Op 2 september 2013 heeft de staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel ‘Wet vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst’ ingediend bij de Tweede Kamer. Een belangrijk onderdeel binnen dit kader is dat de navorderingsbevoegdheid van de inspecteur aanzienlijk wordt verruimd. Een wijziging die direct in werking treedt en daarom bijzondere aandacht verdient. In dit artikel bespreken Igor Thijssen en Arthur Kan in vogelvlucht de voorgestelde regels voor navordering en voorzien zij die van enige kanttekeningen.

De (on)mogelijkheid van interne compensatie door de ontvanger

 
door F.A. Piek en A.A. Kan, fiscaal advocaten
 
Interne compensatie is bij uitstek een inspecteursbevoegdheid. Desondanks blijkt de ontvanger zich in de aansprakelijkstellingspraktijk met enige regelmaat op interne compensatie te beroepen. Dit als gevolg van het feit dat onder het aansprakelijkheidsrecht zoals dat per 30 november 2002 is ingevoerd de ontvanger niet alleen de bezwaren tegen de aansprakelijkstelling, maar ook de bezwaren tegen de onderliggende aanslagen dient te beoordelen. Voordien werd de hoogte van de aansprakelijkstelling bestreden door middel van een bezwaarschrift tegen de onderliggende aanslag, in te dienen bij de betreffende inspecteur. De ontvanger heeft dus, anders dan voorheen, regelmatig een uitermate heffingstechnische discussie te voeren.

De bewijslast ten aanzien van het Kittel-criterium

 
door F.A. Piek en A.A. Kan, fiscaal advocaten
 
Omzetbelasting (BTW) is reeds geruime tijd een belangrijke inkomstenbron voor de Nederlandse overheid en vindt thans zijn oorsprong in het gemeenschappelijk BTW-stelsel van de EU-lidstaten. Als gevolg van het ontbreken van een vereist verband
tussen het recht op aftrek voor de afnemer en de betaling van de betreffende BTW door de leverancier, heeft het BTW-stelsel een grote aantrekkingskracht op fraudeurs. Recentelijk heeft de Staatssecretaris van Financiën een besluit uitgevaardigd waarin wordt goedgekeurd dat leveranciers, in afwijking van de BTW-richtlijn en ter bestrijding van BTW-(carrousel)fraude, de verleggingsregeling kunnen toepassen bij leveringen van bepaalde elektronica. Met ingang van 1 april 2013 is deze verleggingsregeling zelfs verplicht gesteld. Ook op Europees niveau staat de bestrijding van BTW-(carrousel)fraude hoog op de politieke agenda en passeren regelmatig voorstellen de revue om BTW-(carrousel)fraude (adequater) tegen te gaan.

Kroniek Invorderingsrecht 2013

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In deze Kroniek besteed ik aandacht aan enkele bestuurdersaansprakelijkheidsaspecten en met name aan de bewijslast inzake de betalingsonmacht en de melding daarvan, sinds de verduidelijking van de Hoge Raad dat er meer is tussen ‘betalen of melden’. Tevens is er aandacht voor de bevestiging van de lijn van de Hoge Raad uit 1997, dat het toestemmingsvereiste voor het aanvragen van faillissement niet constitutief is voor het uitspreken van een door de ontvanger aangevraagd faillissement en tot slot volgt een bespreking van een kortgedingvonnis in het licht van het negeren van de wettelijke schorsende werking van het verzet door staatssecretaris en ontvanger.

Ontvanger mag executie niet door laten gaan na aangetekend verzet

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In de situatie dat een belastingschuldige het fiscale water aan de lippen staat omdat de ontvanger op het punt staat de beslagen inboedel of bedrijfsinventaris openbaar te verkopen, is er nog een laatste redmiddel: artikel 17 Invorderingswet.

Kroniek Invorderingsrecht 2012

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In het afgelopen kroniekjaar heeft de Hoge Raad ‘verduidelijkt’ dat de uit hoofde van onrechtmatige daad door de ontvanger aangesprokene dezelfde rechtsbescherming verdient bij de materiële rechtmatigheidstoets van de belastingschuld, als de uit hoofde van de fiscale aansprakelijkheidsbepalingen aangesprokene. De sinds 1996 ingezette ontwikkeling in de jurisprudentie over toepassing van de actie uit onrechtmatige daad door de ontvanger op grond van het ‘open systeem’ kristalliseert aldus steeds verder uit. Daarnaast besteed ik in deze kroniekbijdrage aandacht aan twee rechtbankuitspraken die wellicht het begin vormen van interessante ontwikkelingen in de jurisprudentie over de schorsende werking van het verzet en de versnelde invorderingsbevoegdheden van de ontvanger.

Kroniek Invorderingsrecht 2011

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In het afgelopen kroniekjaar heeft de Hoge Raad een aantal voorliggende knopen doorgehakt inzake de meldingsregeling van de bestuurdersaansprakelijkheidsregeling en de disproportionaliteit van de invorderingskosten; de ontvanger kan opgelucht ademhalen. Naast deze twee uitspraken heeft de Hoge Raad een eerder arrest uit 1994 inzake betalingsonmacht nader toegelicht; de daarin door menigeen gelezen regel blijkt daarin niet vervat te zijn geweest. De staatssecretaris wordt, ten slotte, de oren gewassen door de Nationale ombudsman ter zake van het bij wege van beleid negeren van de wettelijk voorgeschreven schorsende werking van het verzet ex art. 17 Invorderingswet 1990 (hierna: IW 1990). Kortom, voor ieder wat wils.

Bestuurdersaansprakelijkheid en het onweerlegbaar bewijsvermoeden

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In recente uitspraken heeft de Hoge Raad wettelijke bewijsuitsluitingen strijdig geoordeeld met het recht op ongestoord genot
van eigendom, als gegarandeerd in artikel 1 Eerste Protocol EVRM (Europees Verdrag Rechten van de Mens). De reeds jaren breed bekritiseerde tegenbewijsuitsluiting in het kader van de meldingsregeling bij bestuurdersaansprakelijkheid – en het daaruit voortvloeiende onweerlegbare bewijsvermoeden – ligt op dit moment ter beoordeling bij de Hoge Raad. Gaat ook deze bewijsuitsluiting (eindelijk) op de schop?

Kroniek Invorderingsrecht 2010

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
De recente jurisprudentiële ontwikkelingen hebben aanleiding gegeven deze kroniekbijdrage hoofdzakelijk te doen handelen over vervolgingskosten en verweeruitsluitingen. Vervolgingskosten, omdat blijkens de toename aan kostenprocedures de disproportionele kostenberekening op weinig maatschappelijke acceptatie mag rekenen. Verweeruitsluiting, met name voor wat betreft het onweerlegbaar bewijsvermoeden van art. 36, lid 4, Invorderingswet 1990 (hierna: IW 1990), wat blijkens de literatuur ook velen een doorn in het oog is. Daarnaast bespreek ik kort(er) twee uitspraken inzake verjaring en gijzeling.

Kroniek Invorderingsrecht 2009

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
Onderstaande kroniekbijdrage gaat voor het grootste deel over de mogelijke consequenties van de recente belangwekkende uitspraak van de Hoge Raad inzake de verweeruitsluiting van art. 7, lid 2 Kostenwet voor het in rekening brengen van vervolgingskosten en vergelijkbare uitsluitingen. Tussen die bedrijven door worden tevens enkele actuele ontwikkelingen aangestipt.

Kroniek Invorderingsrecht 2008

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
Hoewel de tijdspanne tussen de vorige kroniek invorderingsrecht en de huidige wellicht anders doet vermoeden, moge uit de omvang van het onderstaande blijken dat de ontwikkelingen op invorderingsgebied geenszins stilstaan. Hoewel de staatssecretaris reparatie van één van die ontwikkelingen aan de Tweede Kamer presenteert als ‘efficiencymaatregel’, betekent dat bovendien geenszins dat de ontwikkelingen op invorderingsgebied niet belangwekkend zijn. De frictie tussen de Invorderingswet 1990 en het civiele recht uit hoofde van het zogeheten ‘open systeem’ blijft voor interessante uitspraken zorgen en houdt het invorderingsrecht uitermate dynamisch.
bottom of page