top of page

Publicaties Fiscale Vakliteratuur 2012 en ouder

Ontvanger mag executie niet door laten gaan na aangetekend verzet

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In de situatie dat een belastingschuldige het fiscale water aan de lippen staat omdat de ontvanger op het punt staat de beslagen inboedel of bedrijfsinventaris openbaar te verkopen, is er nog een laatste redmiddel: artikel 17 Invorderingswet.

Kroniek Invorderingsrecht 2012

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In het afgelopen kroniekjaar heeft de Hoge Raad ‘verduidelijkt’ dat de uit hoofde van onrechtmatige daad door de ontvanger aangesprokene dezelfde rechtsbescherming verdient bij de materiële rechtmatigheidstoets van de belastingschuld, als de uit hoofde van de fiscale aansprakelijkheidsbepalingen aangesprokene. De sinds 1996 ingezette ontwikkeling in de jurisprudentie over toepassing van de actie uit onrechtmatige daad door de ontvanger op grond van het ‘open systeem’ kristalliseert aldus steeds verder uit. Daarnaast besteed ik in deze kroniekbijdrage aandacht aan twee rechtbankuitspraken die wellicht het begin vormen van interessante ontwikkelingen in de jurisprudentie over de schorsende werking van het verzet en de versnelde invorderingsbevoegdheden van de ontvanger.

Kroniek Invorderingsrecht 2011

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In het afgelopen kroniekjaar heeft de Hoge Raad een aantal voorliggende knopen doorgehakt inzake de meldingsregeling van de bestuurdersaansprakelijkheidsregeling en de disproportionaliteit van de invorderingskosten; de ontvanger kan opgelucht ademhalen. Naast deze twee uitspraken heeft de Hoge Raad een eerder arrest uit 1994 inzake betalingsonmacht nader toegelicht; de daarin door menigeen gelezen regel blijkt daarin niet vervat te zijn geweest. De staatssecretaris wordt, ten slotte, de oren gewassen door de Nationale ombudsman ter zake van het bij wege van beleid negeren van de wettelijk voorgeschreven schorsende werking van het verzet ex art. 17 Invorderingswet 1990 (hierna: IW 1990). Kortom, voor ieder wat wils.

Bestuurdersaansprakelijkheid en het onweerlegbaar bewijsvermoeden

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
In recente uitspraken heeft de Hoge Raad wettelijke bewijsuitsluitingen strijdig geoordeeld met het recht op ongestoord genot
van eigendom, als gegarandeerd in artikel 1 Eerste Protocol EVRM (Europees Verdrag Rechten van de Mens). De reeds jaren breed bekritiseerde tegenbewijsuitsluiting in het kader van de meldingsregeling bij bestuurdersaansprakelijkheid – en het daaruit voortvloeiende onweerlegbare bewijsvermoeden – ligt op dit moment ter beoordeling bij de Hoge Raad. Gaat ook deze bewijsuitsluiting (eindelijk) op de schop?

Kroniek Invorderingsrecht 2010

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
De recente jurisprudentiële ontwikkelingen hebben aanleiding gegeven deze kroniekbijdrage hoofdzakelijk te doen handelen over vervolgingskosten en verweeruitsluitingen. Vervolgingskosten, omdat blijkens de toename aan kostenprocedures de disproportionele kostenberekening op weinig maatschappelijke acceptatie mag rekenen. Verweeruitsluiting, met name voor wat betreft het onweerlegbaar bewijsvermoeden van art. 36, lid 4, Invorderingswet 1990 (hierna: IW 1990), wat blijkens de literatuur ook velen een doorn in het oog is. Daarnaast bespreek ik kort(er) twee uitspraken inzake verjaring en gijzeling.

Kroniek Invorderingsrecht 2009

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
Onderstaande kroniekbijdrage gaat voor het grootste deel over de mogelijke consequenties van de recente belangwekkende uitspraak van de Hoge Raad inzake de verweeruitsluiting van art. 7, lid 2 Kostenwet voor het in rekening brengen van vervolgingskosten en vergelijkbare uitsluitingen. Tussen die bedrijven door worden tevens enkele actuele ontwikkelingen aangestipt.

Kroniek Invorderingsrecht 2008

 
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
 
Hoewel de tijdspanne tussen de vorige kroniek invorderingsrecht en de huidige wellicht anders doet vermoeden, moge uit de omvang van het onderstaande blijken dat de ontwikkelingen op invorderingsgebied geenszins stilstaan. Hoewel de staatssecretaris reparatie van één van die ontwikkelingen aan de Tweede Kamer presenteert als ‘efficiencymaatregel’, betekent dat bovendien geenszins dat de ontwikkelingen op invorderingsgebied niet belangwekkend zijn. De frictie tussen de Invorderingswet 1990 en het civiele recht uit hoofde van het zogeheten ‘open systeem’ blijft voor interessante uitspraken zorgen en houdt het invorderingsrecht uitermate dynamisch.
bottom of page