
Publicaties Fiscale Vakliteratuur 2017
Verval van de schorsende werking van het fiscaal verzet
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
De ontvanger heeft de vérgaande bevoegdheid om zelf, zonder enige rechterlijke toetsing van zijn vordering, een executoriale titel uit te vaardigen en ten uitvoer te leggen. Zelfs als de aanslag bestreden wordt bij de fiscale rechter en niet onherroepelijk vast staat. Om hieraan tegenwicht te bieden is in artikel 17 Invorderingswet 1990 de mogelijkheid geopend verzet aan te tekenen tegen de tenuitvoerlegging van dwangbevelen.
Het einde van fiscale aansprakelijkheid voor invorderingsrente
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
Op grond van art. 32, lid 2 IW 1990 kan de Ontvanger derden ook aansprakelijk stellen voor andermans heffings- en invorderingsrente, kosten en boetes voor zover het belopen daarvan door de belastingschuldige te wijten is aan de aansprakelijk gestelde. De Ontvanger heeft ter zake van die verwijtbaarheid de bewijslast.
HR: geen boete meer mogelijk na ontbinding
door A.A. Kan, fiscaal advocaat
Als voor derden kenbaar is dat een rechtspersoon of gelijkgestelde entiteit is ontbonden, kan de inspecteur geen bestuurlijke boete meer opleggen aan de ontbonden vof. Mr. Arthur Kan geeft zijn reactie.
De dubbele moraal in het belasting(straf)recht
door M. Lambregts, fiscaal advocaat
Niet eerder stond het onderscheid tussen belastingontwijking en belastingontduiking zozeer in het brandpunt van de publieke belangstelling als nu. BNN-VARA wijdde er recent zelfs een meerdelig programma aan, ‘Jan de Belastingman'. Daarin deed demissionair Staatssecretaris Wiebes een beroep op het "zelf-ethisch vermogen" van belastingplichtigen; die moeten niet telkens de mazen van de wet opzoeken. Dit moreel appel is opmerkelijk aangezien de heffende en bestraffende overheid zelf – als het zo uitkomt – een dubbele moraal hanteert.
Nieuwe invorderingsmaatregelen tegen belastingontduiking reiken te ver
door A.A. Kan, fiscaal advocaat
De vier nieuwe invorderingsmaatregelen uit het conceptwetsvoorstel Wet aanpak belastingontduiking reiken ver. Deze zijn voornamelijk bedoeld ter bestrijding van internationale verhaalsconstructies maar het bereik is veel groter, waardoor de maatregelen ook zien op binnenlandse situaties. "Dat knelt op bepaalde punten behoorlijk", vindt fiscaal advocaat Arthur Kan van KanPiek Fiscale Advocatuur.
Van een 'zeer gering financieel belang' in het kader van immateriële
schadevergoeding is geen sprake indien dat belang meer beloopt dan € 15
door M. Lambregts, fiscaal advocaat
De waarde van belanghebbendes woning voor het tijdvak 2010 is bij WOZ-beschikking vastgesteld op € 295.000. Uitgaande van die waarde is tegelijk met de WOZ-beschikking een aanslag onroerendezaakbelasting over 2010 opgelegd. Na tegen de beschikking en de aanslag bezwaar gemaakt te hebben, heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift verenigde uitspraken de WOZ-waarde bijgesteld naar € 268.000 en de aanslag dienovereenkomstig verminderd.
Kan een fiscale boete worden opgelegd aan een niet meer bestaande rechtspersoon?
door A.A. Kan, fiscaal advocaat
Advocaat-Generaal IJzerman betoogt in een op 12 mei 2017 gepubliceerde conclusie dat de omstandigheid dat een vennootschap is ontbonden niet betekent dat aan die vennootschap niet langer een vergrijpboete kan worden opgelegd. Een rechtsopvatting waar de meningen over verdeeld zijn.
Inspecteur kan niet volstaan met enkele verwijzing naar belanghebbendes
ingetrokken verklaring ten bewijze van btw-ondernemerschap
door M. Lambregts, fiscaal advocaat
Sinds medio 2002 vormen een BV en haar directeur-grootaandeelhouder (dga) een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Deze fiscale eenheid is belanghebbende in deze zaak. In 2004 wordt aan de dga een pand geleverd, belanghebbende trekt de ter zake in rekening gebrachte omzetbelasting af. De dga is het pand gaan gebruiken als woning, de daarin gesitueerde werkruimte gebruikt hij voor zijn werkzaamheden als directeur van de BV.
Bestuurder had geen keuze bij aflossing banklening voor betaling belastingschulden
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
Er kan alleen sprake zijn van kennelijk onbehoorlijk bestuur als de bestuurder in staat is om de gewraakte bestuurshandelingen achterwege te laten. Na melding van betalingsonmacht van de B.V., hoeft een bestuurder de Ontvanger niet te informeren over de handelswijze van de bank die leidde tot aflossing van het krediet met voorrang. Mr. Ferry Piek geeft zijn reactie.
Kroniek Invorderingsrecht 2017
door F.A. Piek, fiscaal advocaat
In deze Kroniek besteed ik kort aandacht aan de jurisprudentiële ontwikkelingen op het gebied van het aansprakelijkheidsrecht, waarbij de Hoge Raad uitgezette lijnen verder doortrekt en vaste jurisprudentie bevestigt. Wat langer sta ik stil bij de recente ontwikkelingen op het gebied van lijfsdwang en dwangsom, met name bij de vraag of als er sprake is van een strafkarakter dat een, alsdan tweede, strafvervolging ter zake van het zelfde feit uitsluit. Ten slotte ga ik uitgebreid in op de aangekondigde verbeteringvan de rechtsbescherming in uitsteldiscussies en de voorstellen van de staatssecretaris totconstructiebestrijding in de invordering.
Stelplicht en bewijslast dat niet afgedragen loonheffing anders dan door inhouding is genoten, rusten op de inspecteur
door M. Lambregts, fiscaal advocaat
Belanghebbende is directeur, (middellijk) enig aandeelhouder en enig werknemer van A BV. Het overeengekomen bruto jaarloon van belanghebbende bedroeg in de jaren 2006 tot en met 2010 € 99.000. In zijn aangiften inkomstenbelasting met betrekking tot diezelfde jaren voert belanghebbende steeds bedragen aan ingehouden en te verrekenen loonbelasting op. A BV heeft evenwel geen loonbelasting afgedragen en had ook niet het oogmerk tot afdracht.