Nummer 6: 1 mei tot en met 30 juni 2015
Nummer 10: 1 januari tot en met 29 februari 2016
Nieuwsbrief Fiscale Advocatuur | maart 2016
Wetgeving en beleid
Nieuw Besluit fiscaal bestuursrecht.
Verduidelijkt is onder meer welke situaties kunnen leiden tot vooroverleg met de Belastingdienst en wanneer elektronisch berichtenverkeer mogelijk is. Daarnaast beschrijft het besluit de wijze waarop de inspecteur in de praktijk bewijs vergaart als onduidelijkheid bestaat omtrent de verzenddatum van een centraal verzonden poststuk. De inspecteur kan in een dergelijk geval een intern rapport opvragen waarmee hij kan proberen te bewijzen dat een bepaald poststuk aan PostNL is aangeboden (Besluit van 15 januari 2016, nr. BLKB 2016/19).
Monaco gaat met ingang van 2018 automatisch bankgegevens uitwisselen van inwoners van de EU.
Op grond van een informatie-uitwisselingsovereenkomst met de EU, heeft Monaco zich verbonden om vanaf 2018 op jaarbasis bankgegevens uit te wisselen van buitenlandse rekeninghouders. Lidstaten zullen automatisch de namen, adressen, belastingnummers en jaaropgaven ontvangen van inwoners met een bankrekening in Monaco. De Europese Commissie heeft eerder vergelijkbare overeenkomsten gesloten met Zwitserland, San Marino, Liechtenstein en Andorra (persbericht Europese Commissie van 22 februari 2016).
Fiscaal procesrecht
Degene die een kenteken van een auto op naam van een derde doet stellen en in verband daarmee de verschuldigde bpm op aangifte voldoet, kan zonder daartoe strekkende volmacht van de kentekenhouder bezwaar maken tegen de voldoening op aangifte.
Dit is volgens de Hoge Raad niet anders als de bpm feitelijk is betaald door de kentekenhouder (HR 15 januari 2015, ECLI:NL:HR:2016:35).
A-G Ettema concludeert dat bij wetenschap van fraude de inspecteur een keuzerecht heeft om het recht op aftrek of het nultarief te weigeren, maar dat een dubbele weigering van rechten niet mag plaatsvinden.
De inspecteur kan dus niet zowel de toepassing van het nultarief als van het recht op aftrek weigeren ter zake van dezelfde belastbare handeling. Een dubbele weigering van rechten van de belastingplichtige levert volgens de A-G een strafrechtelijke sanctie op waarvoor een nationale wettelijke basis ontbreekt (Conclusie A-G Ettema 1 februari 2016, ECLI:NL:PHR:2016:28).
Het verdedigingsbeginsel is geschonden als voorafgaand aan het doen van de uitspraak op bezwaar niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan de belanghebbende ter inzage zijn verstrekt.
Dit uitgangspunt geldt ook als de belanghebbende in de gelegenheid is gesteld zijn opmerkingen kenbaar te maken voordat de ‘Unierechtelijke aanslag’ werd opgelegd. Schending van het verdedigingsbeginsel in de bezwaarfase leidt tot nietigverklaring van de uitspraak op bezwaar, wanneer deze procedure zonder de onregelmatigheid een andere afloop zou kunnen hebben gehad (HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:255).
De Hoge Raad wijst overzichtsarrest over schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn.
De redelijke termijn is in beginsel overschreden als de Rechtbank niet binnen 2 jaar na ontvangst van het bezwaarschrift door de inspecteur uitspraak doet. In hoger beroep en cassatie geldt als uitgangspunt dat binnen 2 jaar na ontvangst van het beroep uitspraak moet worden gedaan. Bij de beoordeling of de redelijke termijn is overschreden, dient de rechter de duur van de totale procedure in aanmerking te nemen. Een voortvarende behandeling in hoger beroep kan een overschrijding van de redelijke termijn in eerste aanleg dus compenseren. Daarnaast oordeelt de Hoge Raad dat een schadevergoeding uiterlijk binnen 4 weken na de rechterlijke uitspraak moet zijn betaald. De wettelijke rente gaat na die uiterste datum lopen, ongeacht of tegen de desbetreffende uitspraak een rechtsmiddel is ingesteld (HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:252 en HR 26 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:315).
Douanerecht
De termijn van 3 jaar waarbinnen een uitnodiging van betaling moet plaatsvinden, wordt ook geschorst door het instellen van hoger beroep bij een gerechtshof.
Volgens de Hoge Raad wordt de termijn om een douaneschuld vast te stellen geschorst met de totale duur van een procedure tegen de uitnodiging tot betaling. Dit is van belang ingeval een uitnodiging tot betaling wordt vernietigd door de rechter wegens een formeel gebrek en de inspecteur hierna de douaneschuld nogmaals wil navorderen (HR 26 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:318).
Fiscaal strafrecht
Als een advocaat of notaris in e-mailwisseling is ingekopieerd, is niet reeds daarom sprake van correspondentie die onder het verschoningsrecht van de betreffende geheimhouder valt.
Dit betekent dat ingeval de geheimhouder niet de geadresseerde of de afzender van een e-mail is, er in beginsel geen sprake is van vertrouwelijke correspondentie in de zin van artikel 98 van het Wetboek van strafvordering. Verder heeft de Hoge Raad verduidelijkt dat documenten die betrekking hebben op overleg over of het uitdenken van strafbare gedragingen, in voorkomend geval als zogenaamde “instrumentum delicti” kunnen worden aangemerkt. Dergelijke informatie mag in het kader van een strafrechtelijk fraudeonderzoek zonder toestemming van een geheimhouder in beslag mogen worden genomen (HR 26 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:110).
Invorderingsrecht
Uitstel van betalingsverplichting betekent niet uitstel van de meldingsplicht betalingsonmacht.
De Hoge Raad oordeelt dat de melding van betalingsonmacht onverwijld -binnen twee weken- na het intreden daarvan moet worden gedaan. Ook als de Belastingdienst bij het vertraagd toekennen van het LB-nummer verzoekt te wachten met betaling tot na de ontvangst van de naheffingsaanslagen. (HR 4 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:350)